Tarzan en de Verboden Stad
door Edgar Rice Burroughs
(18)
52. Terwijl Thome in het water kijkt,
ziet hij een groteske figuur uit den onderaardschen tempel
in het water te voorschijn komen, een gestalte, die aan een
mensch doet denken. Het op een gnoom lijkende schepsel zwemt
naar een grooten visch toe, dien hij aan zijn drietand
steekt. Doch Thome wordt in zijn overpeinzingen gestoord
door het schuren van de bark tegen een dok. De gevangenen
worden aan land gebracht. "Naar koningin Atka!" commandeert
de kapitein. En zoo worden Atan Thome en Lal Taask door een
mooie straat naar het koninklijk paleis gevoerd. De
gevangenen worden voor de koningin geleid, die hen met een
kouden blik opneemt. "Wat doen jullie hier in Athair?"
vraagt zij. "Door een ongeluk kwamen wij hier, Majesteit",
liegt Thome. "Wij zijn verdwaald". "Het is een noodlottig
ongeluk", zegt de koningin met een wreeden glimlach. "Wij
hebben geen behoefte aan nog meer slaven, zoodat jullie ter
dood gebracht zullen worden"! Terwijl hij de koningin
glimlachend aankijkt, werken zijn hersenen koortsachtig. En
hij werkt een schema uit, met drieërlei doel: om zijn eigen
leven te redden, in de gunst te komen van koningin Atka en
Tarzan te verslaan, voordat hij de Verboden Stad bereikt zou
hebben.
53. "Als U onze levens wilt
sparen",bepleit Atan Thome, "dan zal ik U waardevolle
inlichtingen geven — inlichtingen, die uw stad zullen
bewaren voor algeheele vernietiging." Atka kan niet
bedenken, wat voor gevaar haar stad bedreigt, doch haar
nieuwsgierigheid is gewekt. Zij knikt toestemmend en de
oogen van Atan Thome beginnen verheugd te schitteren. "Er is
een sterk leger op weg hierheen om den "Vader der diamanten"
te stelen, want men vermoedt, dat deze zich in uw bezit
bevindt. De aanvoerder is de machtige krijger Tarzan. Hij is
mijn vijand en uw vijand, Majesteit." Atka glimlacht. "U
kunt beiden in Athair blijven", zegt ze, "doch niet buiten
de wallen komen. Het volk van Thobos, aan den anderen kant
van het meer, is onze vijand; het zou u slecht vergaan in
hun handen. Ook moogt gij niet trachten in dat gedeelte van
de stad te komen, waar de geheimen van Athair worden
bewaard." Terwijl Atan Thome en Lal Taask de troonzaal
verlaten, roept de koningin een van haar kapiteins bij zich.
"Verzamel een sterk leger om u heen en zorg er voor, dat de
vijand niet bij de stad komt. En let vooral op hun
aanvoerder, Tarzan. Neem hem gevangen of dood hem; maar,
laat hem niet ontsnappen!"
54. De kapitein salueert voor Koningin
Atka. "Wees er van verzekerd, Majesteit, dat de indringers
hun lot niet zullen ontgaan in de handen van onze dappere
soldaten. Hun leider, die Tarzan genoemd wordt, zal worden
gevangengenomen, òf wij zullen zijn lijk in triomf
meebrengen"......
In den tusschentijd is Tarzan in het kamp teruggekeerd,
vergezeld door den vriendelijken Thobotaanschen krijger,
dien hij gered heeft van den dinosaurus. "U doet beter naar
Uw land terug te keeren", raadt Thetan hem aan. "Zelfs als
het u zou gelukken om in Athair door te dringen, dan zult u
het nooit meer kunnen verlaten." Tarzan antwoordt grimmig:
"Morgen zal ik naar het verboden land van Athair gaan."
Thetan haalt zijn schouders op. Het is nutteloos om te
argumenteeren met een man, die zoo weinig om gevaar geeft.
Zij loopen zwijgend door en komen lang na het donker in het
kamp van Gregory aan. Tarzan beveelt Ogabi de wacht te
houden, terwijl hijzelf gaat slapen na den vermoeienden dag.
Het is omstreeks middernacht als Ogabi een vreeselijken
kreet uit. En hij heeft alle reden voor zijn schrik, want
vlak bij hem zweeft een aantal lichtende doodshoofden zoo
maar in de lucht!
De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.