Tarzan en de Verboden Stad
door Edgar Rice Burroughs
(20)
58. Als Tarzan het plan oppert om de
krijgers te achtervolgen, die Helen gevangengenomen hebben,
zegt Lavac: "Ik ga ook mee." In de dagen, die achter hen
liggen, is hij veel van Helen gaan houden, hij wil alles
doen om haar uit de handen der Athairianen te redden. De
koning van de jungle roept zijn troep apen in het bosch. Zij
zullen hem van onschatbare hulp kunnen zijn in dit
berglandschap. Thetan kijkt naar de geweldige dieren, die
naar Tarzan toe komen en hij is verbaasd — niet over de apen
zelf, maar over den man, die hen onder zijn controle heeft!
Thetan heeft de moeilijkheden en de gevaren van den weg niet
overdreven. Het pad loopt om hooge rotsen en over scherpe
pieken, stijgt en daalt langs diepe afgronden. Hier
beteekent de kleinste misstap een val in de diepte met
onverbiddellijk den dood als gevolg...
Intusschen wordt de bark door de Athairianen de rivier
opgeroeid. De kapitein van de krijgers kijkt op Helen neer.
"Een mooie priesteres voor den tempel onder water", denkt
hij. "Morgen zullen wij opnieuw tegen de indringers
optrekken en Tarzan meevoeren, voordat wij hem dooden."
59. De Athairianen kampeeren in de
tunnel, die naar het geheimzinnige Horus-Meer voert. De arme
Helen ligt daar slapeloos, bevreesd voor het lot, dat haar
wacht in de Verboden Stad. Bij het aanbreken van den dag
kijkt zij met starende oogen naar het bosch, waar plotseling
mannen en apen uit te voorschijn komen. Ternauwernood is zij
in staat een kreet van blijdschap te onderdrukken, als zij
Tarzan herkent. Op datzelfde oogenblik ontdekt de wachter de
indringers en hij laat een alarmkreet hooren. Dadelijk
springen de mannen op, hun speren in de hand, gereed voor
den strijd. Tarzan staat aan het hoofd van zijn vreemde
strijdkrachten, en spoedig zijn de beide groepen in een
doodelijken strijd gewikkeld. De sterke koning van de jungle
gebruikt zijn speer goed. De apen slaan hun sterke armen om
de Athairianen en zetten hun scherpe tanden in hun vleesch.
In het heetst van den strijd grijpt een van de krijgers
Helen beet en draagt haar naar de bark, springt erin en wil
zijn gevangene ontvoeren. Lavac rent achter hem aan om hem
tegen te houden. Op dat moment komt een andere Athairiaan
achter Lavac aan en wil hem in den rug aanvallen!
60. Lavac vuurt op den aanvaller van
Helen, doch zijn eigen leven is in gevaar. Tarzan ziet den
man, die achter Lavac aanrent en omdat hij begrijpt, dat hij
den man niet op tijd zal kunnen inhalen, werpt hij zijn
speer naar hem toe. Deze doorboort den krijger, die
levenloos neervalt. Daar Tarzan nu met den vijand rekening
heeft te houden, geeft hij bevel de bark aan te leggen.
Daarna beveelt hij de galeislaven de rivier af te roeien.
Lavac legt zijn arm om de schouders van Helen. "Ik dacht,
dat ik je verloren had", zegt hij. Het meisje, nog huiverend
bij de gedachte aan het gevaar, waarin zij heeft verkeerd,
slaakt een zucht van verlichting. Een paar uur later,
terwijl de bark vredig de rivier afglijdt, knielt een van de
Athairianen, die bij het gevecht tegenwoordig is geweest,
aan de voeten van Koningin Atka neer. "Ze lieten mij voor
dood liggen", zegt hij, "maar ik was slechts bewusteloos,
apen vochten tegen ons en een reusachtige, gespierde man".
"Die sterke man was Tarzan" roept Atka uit. Haar oogen zijn
fel en schieten vuur, als zij een kapitein bij zich ontbiedt
en hem beveelt: "Beman zes galeien met de sterkste en
dapperste krijgers. Zoek Tarzan en zijn menschen en breng
hem bij me, dood of levend!"
De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.