home

Tarzan en de Verboden Stad
door Edgar Rice Burroughs

(22)
 


64. Langzaam bereikte de optocht van galeien de tunnel, die naar het Horus-Meer leidde. Tarzan keerde zich tot Gregory. "Het zal daar binnen wel donker zijn. Ieder van ons moet een paar krijgers overvallen. Als ik het bevel geef, zullen wij hen overboord gooien en dan de volgende aanvallen. Gregory knikte zwijgend, terwijl Tarzan vervolgde: "Misschien hebben wij een kans om een boot te bemachtigen. In ieder geval is het onze laatste poging en wij moeten doen wat wij kunnen." Jammer genoeg was hij niet in staat Ogabi of Thetan met zijn plannen op de hoogte te brengen, want de Athairianen verstonden ook de Swahili-taal. Zoodra de duisternis van de tunnel hen omringde, behalve het weinige licht, dat de toorts afwierp, gaf Tarzan het bevel. Op hetzelfde oogenblik wierp hij twee krijgslieden over boord. Gregory volgde zijn voorbeeld. Ogabi en Thetan, die zagen wat er gebeurde, mengden zich eveneens in den strijd. Nu riep Tarzan tegen de galeislaven: "Helpt ons, dan krijgt gij uw vrijheid terug." De arme stumperds rezen op en begonnen met de roeispanen naar hun vroegere meesters te slaan. Het scheen wel, alsof de aapman de overwinning zou behalen, maar juist op dat oogenblik gelukte het een der soldaten achter Tarzan te sluipen; hij wilde hem zijn dolk in den rug stooten.




65. Aan boord van de galei was de strijd in vollen gang. Doch toen de soldaat achter Tarzan sloop, scheen het met Tarzan gedaan te zijn. Maar Magra, die elke beweging van Tarzan had gevolgd, greep den aanvaller bij zijn enkel en liet hem struikelen. Hij viel overboord. De snelle daad van het meisje maakte plotseling een eind aan het gevecht en even later was de laatste Athairiaan over boord gegooid. Op bevel van Tarzan hernamen de galeislaven hun plaatsen weer en volgden de galeien van de Athairianen door de tunnel, naar buiten op het heilige Horus-Meer. Hier gaf Thetan hun bevel naar het land van Thobos te roeien, maar er was een klank van aarzeling in zijn stem. Hij zei tegen Tarzan: "Ik hoop, dat ik den koning kan bewegen uw leven te sparen, doch ik ben er niet zeker van. Het is een oude wet bij ons, dat alle vreemdelingen moeten sterven. Dadelijk bij het aanbreken van den dag naderden zij de kade van Thobos, waar een troep krijgers was verzameld. Ofschoon Thetan in het volle gezicht stond, scholden de soldaten de vreemdelingen uit. "Het lijkt wel, of wij van de koekepan in het vuur terecht zijn gekomen, zooals het Arabische spreekwoord zegt," sprak Magra.



66. Ofschoon het Thetan en zijn metgezellen tenslotte werd toegestaan aan land te komen, omringden de woedende soldaten hen. "U weet, Thetan," sprak een van hen, "dat volgens onze wetten alle vreemdelingen onze vijanden zijn en dus moeten sterven. Wij zullen hen gevangen nemen en afwachten, wat de koning ons beveelt." Toen zij voor koning Herat waren gebracht, sprak deze: "Omdat u het leven van Thetan hebt gered, zal ik uw levens sparen — onder voorwaarde, dat één van u vecht in de arena tegen een Athairiaan, dat één van u vecht met een wilden leeuw, en dat u mij "Den Vader der Diamanten" uit Athair bezorgt." De koning liet de drie mannen naar de gevangenis brengen, waar zij in de boeien geslagen werden. Daar lagen zij gedurende een dag en een nacht. Den volgenden dag kwam een bewaker en beval: "Wie wil tegen den Athairiaan vechten?" "Ik," zei Ogabi dapper. "Neen, ik," antwoordde Gregory, "ik ben oud en nutteloos." Daarna sprak Tarzan met bevelende stem: "Ik zal tegen den Athairiaan vechten en ik zal niet overwonnen worden." "Kom dan mee," sprak de bewaker, terwijl hij zijn hoofd weifelend schudde. "maar ik heb medelijden met u, vreemdeling. De Athairiaan is een reus en vreeselijk sterk en wreed!"





De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.