Tarzan en de Verboden Stad
door Edgar Rice Burroughs
(23)
67. Tarzan werd naar de arena van
Thobos geleid, waar hij met een gevangen genomen Athairiaan
om zijn leven moest vechten. Er ging een schok door de
menigte, toen zij zijn groot, gespierd lichaam zagen,
getraind in het harde jungle-leven. Dit kon een spannende
strijd worden. Daar trad, uit een smalle poort beneden de
koninklijke loge de tegenstander van den aapman te
voorschijn — een wreede kolos van een mensch — zooals Tarzan
er nog nimmer een had gezien. Het was de beruchte
menschendooder. Terwijl deze de arena betrad, riep Thetan
naar beneden: "Veel geluk, Tarzan!" "Hij zal wel wat geluk
noodig hebben," bromde koning Herat; "maar zelfs geluk zal
hem niet veel helpen. Ik wil er één tegen duizend om wedden,
dat hij er het leven bij inschiet." "Aangenomen!" riep
Thetan uit; maar zijn bedrukte stem liet de vrees hooren,
die er in zijn hart was — vrees voor het leven van zijn
vriend. Tarzan stond stil en schatte met nuchteren blik de
kracht, maar ook de zwakheid van zijn vijand. De reus
cirkelde langzaam om hem heen. "Ik heb veel sterke mannen
gedood," barstte de Athairiaan los, "en ik verlang er naar
ook jou te dooden!"
68. Terwijl de reusachtige Athairiaan
om hem heen draaide, bromde Tarzan alleen maar, zooals
vorige vechtpartijen hem hadden geleerd te doen. Maar dat
gebrom vervulde het hart van zijn tegenstander met vrees,
want het klonk als een waarschuwing van een dreigenden
leeuw. Tarzan maakte nog steeds geen enkele beweging. Geen
van beide mannen was gewapend, zij zouden elkaar door hun
eigen spierkracht moeten overwinnen. De reus dacht, dat
aanvallen de beste tactiek was, hij schoot op zijn vijand af
en wilde hem in zijn machtige armen klemmen. De koning van
de jungle was gereed om hem te ontvangen. Sterke armen
omstrengelden elkaar, maar de geweldige oefening, die Tarzan
in zijn jungle-leven had gekregen, kwam hem nu goed te pas.
Hij zette zijn tanden in de nek van zijn aanvaller. Deze
sprong doodelijk verschrikt achteruit. "Wat ben jij voor
iemand, 'n mensch of 'n dier?" brulde hij. "Ik ben Tarzan
van de apen," snauwde Tarzan, "ik dood!" Wanhopig viel de
Athairiaan opnieuw aan, terwijl hij zijn hoofd als een
stormram gebruikte, waardoor Tarzan zijn evenwicht verloor
en viel. Daarna sprong hij hoog de lucht in, om zijn vijand
met één sprong te verpletteren. Er klonk een kreet uit de
koninklijke loge. "Ik win de weddenschap!" riep koning
Herat: "Tarzan is overwonnen!"
69. Bij zijn sprong wil de reus met
zijn volle gewicht op de borst van Tarzan neerkomen en zoo
diens borstkas verpletteren. Maar de sterke spieren van
Tarzan spannen zich, zoodat de sprong wordt gebroken. Op het
oogenblik, dat de voeten van zijn vijand hem bijna raken,
schiet de hand van Tarzan uit en raakt de enkels van den
kolos. Een snelle draai en de man verliest zijn evenwicht.
De aapman springt snel op. Ook Athairiaan is weer
onmiddellijk op de been en haalt een mes uit een verborgen
zak te voorschijn. Van de lippen van koningin Mentheb
ontsnapt een halfonderdrukte kreet. Met groote bewondering
heeft zij iedere beweging van den aapman gadegeslagen en in
haar kreet klinkt verontwaardiging. De woedende Athairiaan
valt nu opnieuw aan, van plan zijn mes in Tarzan's lichaam
te stooten. Hij heeft de regels van een eerlijk gevecht,
welke verbieden, dat een der vechtenden een wapen bij zich
heeft, geschonden maar zijn eenige gedachte is, zijn
tegenstander te dooden, voordat hij zelf het slachtoffer zal
worden.
De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.