home

Tarzan en de Verboden Stad
door Edgar Rice Burroughs

(29)
 


85. Tarzan heeft verwoed gevochten, want hij is er zich te zeer van bewust wat het gevolg zal zijn, als hij verliest. Hij heeft gevochten met de kracht van tien mannen, doch de klap is zóó hevig aangekomen, dat hij zijn bewustzijn verliest. De Athairianen vliegen op hem af. Spoedig komt Tarzan weer tot zichzelf, doch hij bemerkt, dat zijn handen op zijn rug gebonden zijn. Hij wordt nu op de been geholpen en moet met Herkoef door de gangen loopen naar de troonzaal van Brulor. Daar ziet hij, dat zijn vrienden ook gevangengenomen zijn. Een zachte kreet ontsnapt aan Helen's lippen, een kreet van ontsteltenis en wanhoop. Met den sterken Tarzan als gevangene, is iedere kans om te ontvluchten, verkeken. Zij zal nu natuurlijk weer slavin worden van een van de vreeselijke priesters in den tempel onder water. Een officier van de wacht wijst met een gebaar van triomf op de gevangenen. "En nu in de kooien met hen!" brult hij, "al deze mannen hier." Daarna wijst hij met zijn duim over zijn schouder naar Tarzan en zegt met een wreeden grijns om zijn mond: "Onze koningin wenscht hem bij zich te zien!"



86. "Breng hem bij de koningin", herhaalt de kapitein van de wacht, naar Tarzan wijzend. Terwijl hij spreekt klinkt er een waanzinnig gelach uit een der kooien, vlak achter Tarzan. Het is de stem van Atan Thome. "Breng hem naar de koningin. Die duivelsche vrouw ook! Ha! Ha!". De scherpe oogen van Tarzan hebben nu ook in de kooi bij Thome de gestalte van Lal Taask ontdekt. En als in antwoord op zijn stomme vraag zegt Taask zacht: "Wij waren in de gunst van de koningin doch hebben die verloren. Niemand blijft daar trouwens lang in. En nu zijn wij vervloekt". Atan Thome vervolgt zijn wild geschreeuw: "Wij zijn nu tenslotte allemaal bij elkaar — en wij willen allen den Vader der Diamanten hebben. Daar ligt hij, in dat kistje. Maar kom er niet aan! Kom er niet aan! Want hij is voor mij!" Zijn stem gaat over in een krankzinnig gelach. De soldaten duwen Tarzan met de punten van hun speren naar de kamer van Koningin Atka, die op een schitterenden troon zit. Een oogenblik kijkt zij verbaasd naar het reusachtige, gespierde lichaam van Tarzan, doch onmiddellijk krijgen haar oogen weer den kouden blik, waarmede zij haar vijanden vernietigend aankijkt.



87. "Waarom kwam je hierheen?" vraagt koningin Atka aan den trotschen gevangene. "Om mijn vrienden te bevrijden", antwoordt de aapman. "U hebt verscheidenen van mijn soldaten gedood", snauwt koningin Atka. "Ik zou er nog veel meer verslagen hebben bij een eerlijk gevecht". antwoordt Tarzan, volkomen rustig. De oogen van de koningin worden zachter. Wat ziet deze man, die zichzelf Tarzan van de Apen noemde, er dapper en moedig uit. "Laten wij vrienden zijn". zegt ze droomerig; "ik heb gehoord, hoe dapper U op de rivier gevochten hebt. U zult in mijn leger van groote waarde voor mij kunnen zijn." De koningin leunt voorover, terwijl zij haar voorwaarden vervolgt. "Zweer me trouw, en ik zal U vrij laten." "En mijn vrienden?" "Zij zullen hun straf moeten ondergaan." "Dan zal ik geen trouw zweren!" Koningin Atka ontsteekt plotseling in hevige woede. "Voer hem weg!" schreeuwt zij buiten zichzelf. Later komt koningin Atka naar den tempel onder om het vonnis over de gevangenen te vellen. Zij wendt zich tot Helen. "Dat meisje wordt naar de kleine kamer gebracht, om daar langzaam te verdrinken. De anderen zullen op het altaar worden geofferd, ieder op zijn beurt."





De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.