Tarzan en de Vuren van Tohr
door Edgar Rice Burroughs
(9)
25. Het schot van Janette spoorde het
ondier nog tot meer spoed aan bij zijn achtervolging van
Perry. Deze was nu bij de boot en stak zijn hand uit om de
rand vast te grijpen. De kaken van het monster openden zich
om hem te verslinden. Nu kwamen de drie mensen in de boot
plotseling in actie. Majoor Burton greep de hand van Perry
en zijn schouder en trok hem de boot in. d'Arnot sloeg de
krokodil met de paddle op zijn bek, terwijl Janette nog een
lading lood in het schubbige lichaam schoot.
Langs de rivier zette Tarzan nog steeds zijn wedloop met de
gele reuzen voort. Toen de aapman zag, dat Perry in
veiligheid was sprong ook hij in de rivier en zwom naar de
boot. Drie krokodillen trachtten hem in te halen, maar
Tarzan bewoog zich sneller door het water. Vlug had hij de
boot bereikt, klom er in en greep, zonder een woord te
zeggen een paddle. "De gele mannen — waarom volgen ze ons
helemaal langs het water?" vroeg Janette. Tarzan wees haar
de rotsen aan de andere kant van de rivier. "Hier kunnen we
niet landen en de wilde reuzen zullen de redenen wel kennen
waarom wij gedwongen zullen worden aan hun kant te landen".
26. De rivier werd smaller en het
water was vol stroomversnellingen. Het leek zo nu en dan of
de boot in een draaikolk terecht kwam en het was alleen aan
de bovenmenselijke kracht van Tarzan te danken, dat de boot
niet omsloeg. Maar zelfs hij vroeg zich in stilte af hoe
lang de boot de druk van het water zou kunnen weerstaan.
"Het is gemakkelijk te zien", zei Majoor Burton opmerkzaam.
"waarom die gele duivels ons blijven volgen. We zullen
straks wel kapseizen, of we worden tegen de kant gesmakt en
vallen dan weer in hun handen. Misschien zou het beter zijn
om te keren". Doch zijn voorstel vond geen bijval. Spoedig
kwamen de gele mannen bij hun kamp aan, waar ze het donkere
geluid van de drums hoorden, welk geluid beantwoord werd
door het gedreun van drums, die ver verwijderd schenen. "Ze
vertellen hun soortgenoten, dat we ons op hun weg bevinden",
fluisterde O'Rourke, "en we zullen nu wel niet kunnen
ontkomen". Toen de boot een hoek ontsloeg, scheen het, of
Perry gelijk zou krijgen. Daar, om de bocht stond een
massieve rots, die hun de weg versperde!
27. Het lot van Tarzan en zijn
vrienden scheen nog maar een kwestie van seconden te zijn.
Vlak voor hen verrees uit het water een geweldige rots. Ze
moesten dus plotseling de boot zien te keren of ze kwamen
aan de oever terecht en zouden dan weer in de handen der
gele mannen vallen. Toen, alsof ze door een tooverkracht
waren opgeroepen, verschenen uit de spleten van de rots een
aantal nieuwe reuzen, die gereed stonden de inzittenden van
de boot met hun speren aan te vallen. "Ze hebben de drums
gehoord en komen nu op ons af", zei Perry. "O," mompelde Dr.
Wong, "mogen de wijze mandarijnen ons redden uit de handen
van deze gele vijanden". Zijn gebed werd gevolgd door een
regen van speren, die echter geen van alle doel troffen.
Onderwijl hadden de scherpe ogen van Tarzan de voet van de
rots afgezocht. Het was onmogelijk dat de rivier hier zo
plotseling kon ophouden. Er moest ergens een uitweg zijn.
Daar! Die zwarte opening! Daar moest het zijn! Maar om die
opening te kunnen bereiken moesten ze zichzelf blootstellen
aan een regen van speren en stenen.
De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.