Tarzan en de Vuren van Tohr
door Edgar Rice Burroughs
(22)
64. Spoedig stonden de gevangenen weer
voor de koningin. Ahtea keek den aapman strak aan. "Je hebt
den machtige Kaba gedood, den bewaker van de schatkelders
van Tohr. Volgens de wetten van Pantu en Ahtea — is de straf
hiervoor de dood!" Ahtea zuchtte en vervolgde met zachte
stem. "Nu — wil ik je behoeden voor de wraak van Pantu en je
redden uit zijn vreselijke omarming, mits je mij
gehoorzaamt. Antwoord vlug, want ik heb weinig geduld. Neem
je mijn voorstel aan — of weiger je — en sterf je met je
vrienden?"
"Ik zie geen uitweg," mompelde Tarzan. Plotseling riep
Janette uit: "Neen, we zullen niet toestaan, dat je jezelf
opoffert voor ons — om hier voor altijd te moeten blijven
als een gevangene in Tohr. We mogen je graag en ik zou
liever willen sterven dan te zien, dat je je onderwerpt aan
de bevelen van deze vrouw." — "Op mij kan je ook rekenen!"
schreeuwde Perry O'Rourke. "En ik," voegde Majoor Burton er
waardig aan toe. "Ook ik wens mijn vrijheid niet, ten koste
van die van Tarzan," zei Paul d'Arnot flink. "Want
opgesloten tussen de muren van Tohr zou hij spoedig
sterven."
65. Janette, O'Rourke, Majoor Burton
en d'Arnot waren het er dus allen over eens, dat ze liever
wilden sterven dan dat Tarzan als gevangene zou worden
opgeofferd aan de wrede koningin van Tohr. "En U, wat is Uw
besluit?" vroeg Ahtea, terwijl ze zich tot den Chinesen
geleerde wendde. Deze sloeg de ogen neer. "Ik — ik heb niets
te zeggen," aarzelde hij, "maar ik begrijp niet, hoe een man
bestand is tegen de charme en schoonheid van Uwe Majesteit."
Ahtea lachte gevleid. Perry O'Rourke keerde zich woedend tot
Dr. Wong en brulde: "Zoo'n smerige onderkruiper! Hij wil
verrader worden om zijn eigen lelijke huid te redden!" Ahtea
sprak nu weer tot Janette: "Je zei, dat je liever wilde
sterven, dan Tarzan achter te laten — met mij. Heel goed.
Dat zal gebeuren!" Ze ontbood Mungo. "Voer hen weg en bewaak
hen goed — allen, behalve Dr. Wong. Hij zal verheugd zijn te
horen, dat ik zijn wijze raad nodig heb." De weg van de
gevangenen voerde over de stadsmuren, naar een nieuwe
gevangenis. Tarzan liep naar Ukah, de Rathoriaan. Ze
fluisterden met elkaar. Opeens keek de aapman achterom, ving
den blik van d'Arnot op en knikte bijna onmerkbaar. Dat was
het teken voor de aanval!
66. d'Arnot sprak op gedempten toon:
"O'Rourke! Majoor Burton! Opgepast! Tarzan heeft me zo juist
een teken gegeven om ons gereed te houden! Er staat dus iets
te gebeuren — ik weet alleen niet wat." — "Ik ben klaar voor
alles wat er gebeurt," verklaarde Perry O'Rourke
vastberaden. En hij behoefde niet lang te wachten. Bij het
passeren van een der hoeken van de uitkijktoren struikelde
Tarzan en viel tegen Mungo aan, die voorop liep. De reus
viel van de muur, die de stad omgaf. Daarna keerde Ukah zich
tot zijn verschrikten bewaker. Burton en O'Rourke sprongen
naar voren. Met de kreet van de mensapen begon Tarzan te
vechten. Op een ogenblik was er boven op de muur niets
anders dan een kluwen vechtende mannen te zien. De scherpe,
wilde kreten van de gele reuzen klonken boven het gebrul uit
en van alle kanten kwamen er krijgers aanrennen. De vrienden
van Tarzan werden overmeesterd — hulpeloos gemaakt door de
grote meerderheid der gele mannen. "Hè, dat was een heerlijk
robbertje, dat we gevochten hebben," verklaarde Perry. "Maar
waar zijn d'Arnot en Ukah?" vroeg Burton opgewonden. "Wel —
het schijnt, dat ze er vandoor zijn!" antwoordde Tarzan met
voorgewende verbazing.
De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.