Tarzan en de Vuren van Tohr
door Edgar Rice Burroughs
(24)
70. Zijn bloedende vingers grepen
wanhopig naar een ander uitsteeksel, maar dit gelukte niet,
en met een harde plof viel d'Arnot op de grond. De wacht der
olifanten was voorbij, doch slechts een bewaker, die zijn
makkers probeerde in te halen, kwam aan rijden...
Intussen werden Tarzan en zijn vrienden naar een diepe,
ondergrondse kerker gebracht, welke gemaakt was in het
Zuiden van de rotstoren van Tohr. Voordat ze de kerker
binnengingen, riep Dr. Wong Tai, die de bewakers vergezeld
had, naar Tarzan. "Ahtea is van plan je nu te doden.
Misschien, Tarzan, mijn vriend, was je wat al te haastig!" —
"Hij is jouw vriend niet," zei Perry O'Rourke boos, "en
niemand van ons. Je hebt ons verraden, je hebt jezelf
verkocht aan die duivelse koningin!" De opvliegende Perry
was opgesprongen. "Ik zal je op je gezicht slaan!" riep hij
uit, terwijl hij op Wong afvloog. "Kijk uit! Ik heb een
revolver!" waarschuwde de Chinees. De woedende Perry schonk
hier echter geen aandacht aan. Het volgende oogenblik klonk
een schot. O'Rourke struikelde.
71. Dr. Wong had geschoten. O'Rourke
viel op de grond. "Hij — hij heeft Perry gedood!" gilde
Janette. Tarzan liep naar voren, zonder acht te slaan op de
dreigende revolver, om zijn vriend te wreken, maar een half
dozijn gele reuzen duwden hem de duistere kerker binnen.
Twee anderen droegen de slappe gestalte van O'Rourke
eveneens naar binnen en sloten de getraliede deur. "Je hebt
een dapper mens gedood, Wong," riep Tarzan verbitterd. "Een
beter mens dan jij bent. Ik zal het aanbod van Ahtea
aannemen, als ze me vijf minuten met jou alleen wil laten."
Wong maakte een diepe buiging. "Het is nu eenmaal zo, mijn
vriend, dat ik een expert ben met de "sou-cheng" — neem me
niet kwalijk, de revolver. — Je zult zien, dat Perry niet
erg gewond is. Ik moest hem tegenhouden." De geheimzinnige
Chinees boog opnieuw, draaide zich om en verdween door de
gang.
....Terwijl Tarzan en zijn vrienden dus opgesloten waren, was
hun enige hoop te kunnen ontsnappen, d'Arnot, die met Ukah
uitgezonden was hulp te halen, van de stadsmuur gevallen en
wel op het pad van een Tohriaan, die op een olifant reed. De
bewaker keek naar beneden en mompelde wat.
72. Verbaasd keek de olifantenberijder
naar den half bewusteloozen d'Arnot. Hij hoorde een zacht
geluid boven zich en onder zich. Hij keek rond en zag een
grote gestalte, die als het ware uit de wolken te voorschijn
kwam. Toen greep Ukah hem beet. De toorts vloog uit de hand
van den bewaker. Terwijl hij zijn armen om het lichaam van
den man sloeg, gooide hij hem van den olifant af. De
Rathoriaan greep de degen van de zijde van zijn vijand, trok
deze uit de schede en stak hem in het hart van zijn
tegenstander. Een angstkreet klonk door den junglenacht. De
overige bewakers keken om. Op de grond verlichtte de toorts
het terrein van het gevecht. De bewakers gaven de olifanten
bevel om te keren en reden zo vlug mogelijk terug om hun
makker te helpen, maar ze waren te laat. Ukah pakte den
doden Tohriaan op en wierp hem over zijn schouder, met zijn
andere hand greep hij den half-bewustelozen Fransman en
sprong nu op de rug van de olifant. Maar met donderend
geraas kwamen de andere olifanten aandraven — om de
vluchtelingen te achtervolgen!
De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.