Historie van deze uitgave.
ERB schreef het verhaal voor
"Swords of Mars" van 6 november tot 15 december 1933.
Eerste Amerikaanse uitgave in Blue Book Magazine van
november 1934 tot april 1935 in 6 maandelijkse afleveringen.
Eerste Amerikaanse boekuitgave door Edgar Rice Burroughs,
Inc. op 15 februari 1936.
EERSTE en
ENIGE BOEKUITGAVE: (De)
Zwaarden van Mars - 1936.
Boek en titelblad hebben als titel "ZWAARDEN VAN MARS",
het stofomslag vermeldt evenwel "DE ZWAARDEN VAN MARS"
Uitgave van uitgeverij J.T. Swartsenburg N.V. te Zeist; 236
pagina's, in een vertaling van Jonkheer Rudolph Huibert Gerard
Nahuys (1867-1945).
Deze uitgave verscheen zowel in gebonden hardcover uitvoering
als ingenaaid met blanco softcover.
Een van de redenen, dat deze uitgave vrij zeldzaam is, kan zijn,
dat er in verband met het vertalingsrecht problemen waren.
Want, terwijl de verschijning van het boek pas in het
'Nieuwsblad voor den Boekhandel' van 11 december 1936 werd
aangekondigd, werd in datzelfde nieuwsblad van 13 januari 1937
de volgende aankondiging gedaan:
Wat nu precies het probleem was, is niet duidelijk, want de N.V.
had in april 1936 keurig het vertalingsrecht aangevraagd en
verkregen (N.v.d.B. nr 30 van 15 april 1936 en N.v.d.B. nr 32
van 29 april 1936), en voor het verkrijgen daarvan golden
strikte regels. Verder bepaalde artikel 33 van het Reglement
alleen maar, dat "De leden der Vereeniging benevens de
niet-leden, die zich verbonden hebben hare reglementen na te
leven, zijn gehouden de vertalingen, in strijd met de bepalingen
van dit reglement uitgegeven, niet te koopen of in voorraad te
hebben, of op eenigerlei wijze den verkoop daarvan te
bevorderen. Tot den dag, genoemd in art. 21, 6e en 7e en
art. 23c van het reglement voor het verkeersrecht is echter het
betrekken van een enkel exemplaar daarvan voor directe
aflevering op bestelling geoorloofd."
Voor meer informatie over de geschiedenis van deze uitgeverij
zie HIER.
SERIE:
Van de elf oorspronkelijk verschenen Mars verhalen is dit het
achtste deel.
Niet alle verhalen zijn in een Nederlandse vertaling verschenen:
1. Prinses van Mars
2. Goden van Mars
3. Krijgsheer van Mars
4. Thuvia, de maagd van Mars
5. Schaakspel op Mars
6. De prinses van de roode
planeet
7. Een Krijgsman van Mars
8. Zwaarden van Mars
9. De Monsters van Mars
10. Llana van Gathol
11. John Carter of Mars (niet vertaald)
SAMENVATTING:
(met dank aan Wikipedia)
Het verhaal begint met een proloog
waarin de schrijver, Edgar Rice Burroughs, John Carter in
Arizona ontmoet. In de daarop volgende hoofdstukken schrijft
hij diens verhaal op.
John Carter gaat naar de stad Zodanga in de hoop het gilde van
moordenaars daar ten val te brengen. Eenmaal in Zodanga neemt
hij de schuilnaam Vandor aan. Zijn voornaamste doelwit is Ur
Jan, die aan het hoofd staat van het gilde.
Carter ontmoet een man genaamd Rapas, bijgenaamd De Ulsio (de
rat), en komt dankzij hem in contact met de uitvinder Fal
Sivas, die Carter in dienst neemt als persoonlijke lijfwacht.
Fal Sivas is in een hevige rivaliteit verwikkeld met een
andere uitvinder, Gar Nal, om wie het eerst een functionerend
ruimteschip kan bouwen dat onder andere in staat moet zijn
Thuria, een van de 2 manen van Barsoom, te bereiken. De twee
laten geen middel ongebruikt om bij elkaar te spioneren en
elkaar dwars te zitten. Carter neemt de baan aan omdat Ur Jan
in dienst blijkt te zijn als lijfwacht van Gar Nal. Al snel
ontdekt Carter meer duistere kanten aan Fal Sivas; de
uitvinder wil zijn schip voorzien van een mechanisch brein,
dat het schip kan besturen als automatische piloot en
telepathisch gecommandeerd kan worden. Om zijn brein te
perfectioneren doet hij echter experimenten op de hersenen van
nog levende slaven. Een van de slaven in zijn huis is Zanda,
een vrouw die een intense haat koestert tegen John Carter
omdat haar ouders omkwamen toen John Carter en de verenigde
stammen van de Groene Martianen Zodanga plunderden (te lezen
in Prinses van Mars). Om die reden kan John Carter zijn ware
identiteit niet aan haar onthullen.
Carter weet de schuilplaats van het gilde te ontdekken en
enkele van de leden te vermoorden door hen 's nachts in een
hinderlaag te lokken, maar Ur Jan beseft al snel wie "Vandor"
werkelijk is en plant een tegenactie. Samen met Gar Nal
ontvoert hij Dejah Thoris uit Helium, waarna de 2 haar in Gar
Nals ruimteschip meenemen naar Thuria. Carter steelt hierop
het ruimteschip van Fal Sivas (waarbij hij onder andere Sivas'
overige handlangers doodt en Zanda de slaven uit hun lijden
laat verlossen), waarna hij, Zanda en een Heliumse soldaat
genaamd Jat Or de achtervolging inzetten. Het mechanische
brein blijkt goed naar Carters commando's te luisteren en het
schip bereikt zonder problemen Thuria.
Thuria blijkt zowaar bewoond te worden. Carter, Zanda en Jat
Or vinden het schip van Gar Nal terug op de binnenplaats van
een schijnbaar verlaten kasteel, maar na te zijn geland worden
ze alle drie gevangen genomen door een onzichtbare vijand.
Carter kan nog net zijn schip bevel geven op te stijgen en
boven het kasteel te blijven zweven. Carter wordt afgezonderd
van de anderen opgesloten in een cel samen met een humanoïde
wezen dat lijkt op een kruising tussen een mens en een kat. In
de dagen erop leert Carter langzaam zijn taal spreken. Het
wezen stelt zich voor als Umka. Hij is een Masena, een van de
twee rassen die Thuria bewonen. Het andere ras, dat hen
gevangen houdt, zijn de Tarids. Deze Tarids kunnen door middel
van hypnose zichzelf onzichtbaar en onhoorbaar maken voor
anderen. Alleen iemand die op de hoogte is van deze truc kan
zich er met wat moeite tegen verzetten. Carter slaagt hierin
zodat hij eindelijk zijn tegenstanders kan zien, net voordat
hij en de andere gevangenen voor Ul Vas, de wrede heerser van
het kasteel, worden gebracht. Deze blijkt van plan de
mannelijke gevangen ter dood te veroordelen en de vrouwen voor
zichzelf te houden.
Carter en Jat Or worden na deze veroordeling samen met Ur Jan
en Gar Nal opgesloten. Daar ze nu in hetzelfde schuitje zitten
besluiten ze tijdelijk hun oude conflicten te vergeten en
eerst te ontsnappen. Ze krijgen onverwacht hulp van Ul Vas'
vrouw, Ozara, die feitelijk ook een gevangene is. Samen met
Umka waagt de groep een uitbraak. Ze weten de twee
ruimteschepen weer te bemachtigen waarna ze proberen Dejah
Thoris en Zanda te bevrijden. Uiteindelijk kunnen Jat Or, Ur
Jan, Zanda en Umka ontkomen in Carters schip, terwijl Gar Nal
de groep verraadt en er met Dejah Thoris vandoor gaat in zijn
eigen schip. Carter en Ozara worden weer gevangen. De twee
ondernemen later samen een nieuwe ontsnappingspoging, dit keer
met succes.
Na een paar dagen rondzwerven over Thuria vinden ze Carters
schip terug. Ur Jan, kwaad over het verraad van Gar Nal,
zweert trouw aan Carter en belooft hem te helpen Dejah Thoris
terug te krijgen, terwijl Zanda onthult dat ze Carters ware
identiteit nu kent maar hem heeft vergeven. De groep brengt
Ozara naar huis, maar dan slaat het schip plots op hol en
vliegt uit zichzelf terug naar Barsoom. Het blijkt dat Fal
Sivas het schip teruggeroepen heeft. Gar Nal en Dejah Thoris
zijn ook weer op Barsoom. Hij en Fal Sivas hebben
samengespannen omdat ze nu een gezamenlijke vijand hebben in
John Carter. Carter en Ur Jan zoeken de twee op en bevrijden
Dejah Thoris, waarna Ur Jan Gar Nal doodt voor zijn verraad.
TRIVIA:
Burroughs verborg in het boek 'Swords of Mars' een acrostichon
aan zijn tweede vrouw, Florence, met wie hij ten tijde van de
publicatie op het punt stond te trouwen. De eerste letters van
alle 24 hoofdstukken en het voorwoord vormen gezamenlijk de zin
"To Florence with all My Love Ed."
Edgar Rice Burroughs'
Zwaarden van Mars
HOOFDSTUKKEN
PROLOOG.
HOOFDSTUK I. - Rapas de Ulsio.
HOOFDSTUK II. - Fal Sivas.
HOOFDSTUK III. - In de Val.
HOOFDSTUK IV. - Dood bij Nacht.
HOOFDSTUK V. - Het Brein.
HOOFDSTUK VI. - Het Schip.
HOOFDSTUK VII. - Het Gezicht bij de Deur.
HOOFDSTUK VIII. - Achterdocht.
HOOFDSTUK IX. (geen NL titel; in het origineel "ON
THE BALCONY")
HOOFDSTUK X. - Jat Or.
HOOFDSTUK XI. - In het Huis van Gar Nal.
HOOFDSTUK XII. - Wij moeten beiden sterven!
HOOFDSTUK XIII. - Achtervolgd.
HOOFDSTUK XIV. - Naar Thuria.
HOOFDSTUK XV. - Thuria.
HOOFDSTUK XVI. - Onzichtbare Vijanden.
HOOFDSTUK XVII. - De Kat-Mensch.
HOOFDSTUK XVIII. - Ter Dood veroordeeld.
HOOFDSTUK XIX. - Ozara.
HOOFDSTUK XX. - Wij probeeren te Ontsnappen.
HOOFDSTUK XXI. - In den Diamanten Toren.
HOOFDSTUK XXII. - In de donkere Cel.
HOOFDSTUK XXIII. - De geheime Deur.
HOOFDSTUK XXIV. - Terug naar Barsoom.
NB Bij de Amerikaanse uitgave vormen de eerste
letters van de inhoud van alle 24 hoofdstukken en
het voorwoord de zin "To Florence with all My Love
Ed."
|
CAST (in volgorde van verschijnen)
Edgar Rice
Burroughs - verteller van het verhaal na zijn
ontmoeting met John Carter.
Kapitein John Carter - gebruikt ook de naam
Vandor, Krijgsheer van Mars, Prins van Helium
Dejah Thoris - gemalin van John Carter,
Prinses van Helium
Rapas the Ulsio (De Rat) - misdadiger en
gorthan (lid van het gilde van moordenaars)
Tardos Mors - Jeddak van Helium en grootvader
van Dejah Thoris
Carthoris - zoon van Dejah Thoris en John
Carter
Vandor - schuilnaam van John Carter.
Fal Sivas - rijke uitvinder en werkgever van
Rapas en Vandor
Ur Jan - staat aan het hoofd van het gilde
van moordenaars
Zanda - slavin, gevangene van Fal Sivas
Gar Nal - uitvinder en rivaal van Fal Sivas
Hamas - majordomus van het huishouden van Fal
Sivas
Phystal - houdt toezicht op de slaven en
slavinnen van Fal Sivas
Uldak - lid van het gilde van moordenaars met
de opdracht Vandor om te brengen.
Povak - krijgt na de dood van Uldak de
opdracht Vandor te doden.
Mors Kajak - zoon van Tardos Mors en vader
van Dejah Thoris
Jat Or - lijfwacht van Dejah Thoris
Wolak - slaaf van Fal Sivas, die de vrijheid
en zijn gewicht in goud kan krijgen als hij Vandor
doodt.
Umka - een Masena (een volk op Thuria) en
celgenoot van John Carter op Thuria
Ozara - de vrouw van Ul Vas, een Tarid (het
andere volk op Thuria)
Ul Vas - "Allerhoogste" van de Tarids op
Thuria, houdt het gezelschap van Barsoom gevangen
Zamak - hoofdman van een peleton
Taridkrijgers
Ulah - slavin en bediende van Ozara
|
|
|
Eerste druk (Serie
22). |
Gewijzigde band
|
De inhoud op deze pagina
staat onder :
copyright 2021 by Marten Jonker.